donderdag 26 februari 2009

Tennis en Nederland

In zijn column in het maandelijkse magazine van Film/Sport1 schrijft Kees Jansma een nogal verontrustend verhaal over het vaderlandse tennis. Uiteraard kijk ik als liefhebber ook weer uit naar het 'vijfde grandslam' in Key Biscane, tegenwoordig Miami, en uiteraard betreur ik ook de huidige plek op de wereldranglijst die Nederland inneemt. Wat dat betreft heeft hij helaas gelijk.

Ik wil zijn ietwat treurige verhaal toch wat nuanceren, want we moeten niet vergeten dat deze man graag overdrijft. Nog zie ik hem als presentator van Studio Sport bijna huilend zijn beklag doen over de intrede van Sport7, een geweldig initiatief van John de Mol, waar men zich voor het luttele bedrag van 2,50 gulden per maand kon abonneren om non-stop sport te kunnen kijken. Iedereen was er bij gebaat, de toeschouwer, het bedrijfsleven en vooral de sport. Behalve meneer Jansma die met eenzelfde kortzichtigehid als vele landgenoten Sport7 nooit een eerlijke kans heeft gegeven. Diezelfde mijnheer Jansma vetrok na het jammerlijke echec van Sport7 vrijwel direct naar Canal+ waar mensen een slordige 40 gulden per maand moesten neertellen om sport te kijken. Dus nemen we vanaf die tijd de heer Jansma niet meer serieus.

Van tennis blijkt hij nauwelijks verstand te hebben en wederom praat hij maar een beetje mee met de grote meute. Daarbij weet hij nog niet eens de naam Krajicek correct te spellen. Hij vergeet ook nog eens dat tussen de beginperiode met Okker en de 'gouden generatie' Nederland ook weinig voorstelde in het mondiale tennis. Des te knapper waren de prestaties van Mesker, Jagerman en Schapers in die magere periode. Zo zal de huidige generatie ook zo af en toe ergens een uitschieter hebben met bijvoorbeeld de kwartfinale van Misa Krajicek op Wimbledon 2007, de juniorentitels van Thiemo de Bakker en Arantxa Rus, de plaatsing van het Daviscup Team in de Wereldgroep en een Haase die met zekerheid in de top50 zal terugkeren, mits blessurevrij. Het rolstoeltennis domineren 'we' vanaf het onstaan hiervan. Al met al staan we er nog niet eens zo beroerd voor. Daarbij heb je als natie sowieso met generaties te maken. Kijk naar tennisnaties als Zweden, de USA en Duitsland. Die doen het nu ook minder dan in de afgelopen decennia. Het zijn nu ineens Frankrijk, Argentinie, Rusland en Spanje. Eens kijken welke landen er over 10 jaar weer een topgeneratie hebben...
Als liefhebber zal ik het ongetwijfeld via o.a. Sport1 volgen, met het bord op schoot....he Kees..!

Neemt niet weg dat je als bond nooit je ogen mag sluiten voor de ontwikkelingen en je neer te leggen bij de huidige situatie. Het is derhalve raadzaam te leren van bijvoorbeeld een land als Frankrijk en de weg die de FFT daar een aantal jaren geleden is ingeslagen. Aan talent namelijk geen gebrek! Zeker als ik verneem dat talentvolle kinderen moeten afhaken, omdat de ouders het opleidingstraject niet meer kunnen betalen. Hier ligt voor tennissend Nederland nog een grote uitdaging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten